historie

In het kort

De bergingsjager Holland kent een bewogen geschiedenis. Hierbij een beknopt overzicht.

- 1950-1951: Bergingsjager/zeesleepboot Holland gebouwd door Ferus Smit in Foxhol Groningen
- 1951-1975: 161 geslaagde bergingen verricht, waarbij de Holland in de zomer werd ingezet als extra veerboot van Harlingen naar Terschelling v.v.
- 1975-1998: milieubewakings- en onderzoeksvaartuig van Rijkswaterstaat
- 14 juli 2000: Stichting Zeesleepboot Holland opgericht, welke door de Belastingdienst is aangemerkt als een Culturele Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI+) met bijbehorende fiscale voordelen 
- de Holland is ingeschreven in het ‘International Register of Historic Ships’ en als ‘Varend Monument’ in het ‘Nationaal Register Varende Monumenten’.

Sleephistorie en bedrijfsfilosofie van rederij Doeksen

De historie van rederij Doeksen begint in 1908 met de schelpenzuiger Willem Barentsz. De schelpen gingen naar kalkovens voor de fabricage van kalk. Maar ’s winters konden er geen schelpen gezogen worden en lag het schip doelloos in de haven. In de stormachtige winterperiode raakten veel schepen boven de waddeneilanden in problemen. Bergen van schepen bleek een lucratieve bezigheid. Het duurde dan ook niet lang of in de herfst werd de zuiginstallatie van boord gehaald en het schip gereedgemaakt voor sleep- en bergingswerk.

Doeksen kocht meerdere schepen aan en lette daarbij vooral op bruikbaarheid. Aan diepstekende schepen heb je niets in dit gebied, dus de voorkeur ging uit naar schepen met weinig diepgang. Dat waren meestal ook schepen met wat minder motorvermogen. In het rijtje van sleep- en bergingsmaatschappijen is Doeksen wat betreft motorvermogen altijd een betrekkelijke kleine maatschappij geweest. De combinatie 's zomers schelpen zuigen en 's winters bergen bleef bestaan.

In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog had Doeksen grote plannen. Er werden in betrekkelijk korte tijd de nodige slepers aangekocht. In 1939 werd bij J. Smit & Zoon te Foxhol een sleepboot besteld met een vermogen van bijna 4500 pk en een snelheid van 18 mijl per uur. Het zou de sterkste en snelste sleepboot van dat moment worden. De naam: Holland (II). Met zijn prachtige stroomlijn een jacht onder de sleepboten. Het totale sleepvermogen van de vloot van Doeksen zou in korte tijd op bijna 10000 pk gebracht worden.

De oorlog gooide roet in het eten. De sleepboten werden voor het merendeel gevorderd, eerst door onze eigen marine, later door de Duitse. Verschillende overleefden de oorlog niet. Na de oorlog was het dus weer terug bij af. Omdat er in de eerste jaren na de oorlog veel schepen boven de waddeneilanden in de problemen kwamen, werd getracht de vloot zo snel mogelijk weer op te bouwen, voor het merendeel met betrekkelijk lichte sleepboten. Veel meer zal er ook niet te krijgen zijn geweest.

In 1952 kwam de Holland (IV) in de vaart. Onze Holland. Gebouwd volgens hetzelfde plan als de Holland (II), alleen dus een dikke tien jaar later. 
In 1923 had Doeksen de veerdienst van Harlingen naar Terschelling en Vlieland overgenomen. De veerdienst was lange tijd bijzaak voor het schelpenzuiger/bergingsbedrijf Doeksen. Wanneer er 's zomers veel drukte was met de veerdienst, sprongen sleepboten bij voor passagiersvervoer. De schepen waren multifunctioneel.

In de zestiger jaren van de vorige eeuw was er steeds minder bergingswerk voor een bergingsschip 'op station'. De schepen van Doeksen behoorden niet meer tot de modernste. Nieuwe schepen hadden een veel groter motorvermogen, dubbele schroeven en roeren en boegschroeven. Allemaal zaken die de Holland niet had. Het einde van de bergingstijd brak aan. 

Hieronder een oud affiche van de Holland uit de tijd van haar gloriedagen als sleepboot:

Periode Rijkswaterstaat

In 1975 ging de Holland varen als onderzoeksvaartuig voor Rijkswaterstaat, Directie Noordzee. In datzelfde jaar verdween ook de laatste schelpenzuiger. In 1993 werd het laatste kleine sleepbootje verkocht. Doeksen verhuurde de Holland tot 1998 aan de overheid. In deze periode van 23 jaar werd het schip diverse malen aangepast aan de wensen van Rijkswaterstaat. Al gauw gingen de sleeplier en de beting van boord. Op het achterdek werden kranen en A-frames geplaatst, over de machinekamer stond een container met daarin een grote centrifuge. Er kwam een stuurautomaat aan boord en in 1990 kwam er een boegschroef en werd de motor vanaf de brug bedienbaar gemaakt. Gezien het unieke karakter was door instanties en personen al gepleit voor behoud van het schip. In 1999 nam Willem Boot het initatief voor de oprichting van een Stichting ter behoud van de Holland, waarmee de fraaie bergingsjager van de sloop werd gered. Met steun van heel veel vrijwilligers werd de sleper waar mogelijk in oorspronkelijke staat teruggebracht. Sinds 2000 is de Holland in handen van de Stichting Zeesleepboot Holland. 

Meer historie?

Wilt u meer weten over de historie van de Holland? Kijkt u dan eens hier voor dvd's en boeken over de Holland.

Ook op de website van de Stichting Guusjen kunt u meer informatie vinden over de geschiedenis van de Holland. Zie www.guusjen.nl.